24 | Mozes ging [de tent van samenkomst] uit 1)
en sprak de woorden van JHWH tot het volk. Hij verzamelde zeventig mannen uit de oudsten van het volk en stelde hen op rondom de tent. |
25 | Toen daalde JHWH neer in de wolk.
Hij sprak tot hen nam [iets] van de geest die op hem was en gaf die aan de zeventig mannen, de oudsten. Het geschiedde zodra de geest op hen rustte dat zij profeteerden maar zij gingen daar niet in door. |
26 | Er resteerden twee mannen in de legerplaats
de naam van de een was Eldad de naam van de ander Medad de geest kwam [ook] op hen rusten - zij waren namelijk onder de ingeschrevenen maar waren niet de legerplaats] uit gegaan naar de tent - en zij profeteerden in de legerplaats. |
27 | Een 2) jongen haastte zich [het] Mozes te melden
en zei: Eldad en Medad zijn in de legerplaats aan het profeteren.
|
28 | Jozua de zoon van Nun
vanaf zijn jeugd de assistent van Mozes reageerde en zei: Mijn heer Mozes, houd ze tegen!
|
29 | Mozes zei tegen hem:
Beijver je je voor mij?
Moge het het hele volk van JHWH gegeven worden profeten te zijn: dat JHWH zijn geest op hen geve |